Het nieuwe pensioenstelsel: wat verandert er en wat blijft hetzelfde?
Wat houden we? Ons pensioenstelsel is één van de beste ter wereld en dat willen we graag zo houden. Daarom houden we de goede dingen: AOW en pensioen Iedereen blijft AOW opbouwen en een groot deel van de werkenden bouwt via de werkgever pensioen op. Als u met pensioen gaat of al bent, ontvangt u dus straks nog steeds AOW en pensioen. Zolang u leeft. We regelen pensioen samen In de Metaal en Techniek blijven we het pensioen samen regelen. We delen de risico’s van hogere levensverwachting, overlijden en arbeidsongeschiktheid met elkaar. Ook houden we de kosten beperkt, door de pensioenen collectief te beleggen. Pensioen voor de hele sector Wie in de sector Metaal en Techniek werkt, bouwt pensioen op bij PMT. Dat blijft verplicht. Hierdoor zijn zo veel mogelijk werknemers in onze sector verzekerd van een goed inkomen op hun oude dag.
En wat verandert er? De nieuwe regels gelden voor ons allemaal, ook als u al pensioen ontvangt. Samen met de sociale partners (de werknemers- en werkgeversorganisaties) van de sector Metaal en Techniek bereiden we de overstap voor onze deelnemers zorgvuldig voor. Uiterlijk 1 januari 2026 wil PMT overgaan op de nieuwe pensioenregels. De basisregels staan in de Wet toekomst pensioenen die op 1 juli 2023 is ingegaan. Daarin zijn dit de belangrijkste veranderingen: Uw pensioen wordt persoonlijker en duidelijker Met de nieuwe regels bouwt straks iedereen pensioen op via een ‘premieregeling’. Dat wil zeggen dat er afspraken worden gemaakt over hoeveel geld u en uw werkgever inleggen voor uw pensioen. Dit geld gaat in uw persoonlijke pensioenpot. Zo ziet u duidelijker hoeveel u samen met uw werkgever heeft ingelegd, wat het beleggen oplevert en hoeveel pensioen u kunt verwachten. Als u met pensioen gaat, ontvangt u maandelijks pensioen uit uw persoonlijke pensioenpot. Uw pensioen gaat meebewegen met de economie De nieuwe regels zorgen ervoor dat uw pensioen sneller omhoog gaat als het economisch goed gaat. In slechte tijden kan het ook omlaag gaan. De schommelingen zullen wel minder groot zijn als u (bijna) met pensioen bent. Jongere werknemers hebben namelijk meer tijd om tegenvallers in de beleggingen op te vangen dan oudere werknemers of gepensioneerden. De tekorten in mindere jaren kunnen we opvangen met reserves uit betere jaren. Zo zorgen we ervoor dat de pensioenen van gepensioneerden zo min mogelijk schommelen. Eenvoudiger en betere regels voor nabestaandenpensioen De regels voor nabestaandenpensioen zijn straks voor iedereen hetzelfde. Daardoor is duidelijker waar uw partner of kind(eren) op kunnen rekenen. Overlijdt u nadat u al met pensioen bent, dan blijft het nabestaandenpensioen afhankelijk van wat u heeft opgebouwd en hoeveel jaren u heeft gewerkt. Als u overlijdt terwijl u in dienst bent, dan ontvangen uw nabestaanden een percentage van uw laatste loon. Ook als u nog maar net in dienst bent. Het maakt hierbij niet uit hoeveel jaar u heeft gewerkt. Partners en kinderen van werkenden krijgen daardoor vaak een hoger nabestaandenpensioen.