Verantwoordings orgaan

Voorwoord

In 2024 was het verantwoordingsorgaan (vo) druk bezig met de overgang van de pensioenadministratie naar een nieuw IT-systeem, een uitdagend project dat veel inzet vergde van MN Pensioenbeheer en PGGM. Het vo waardeert hun inzet zeer. De rest van het jaar lag de focus op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel (Wtp), met extra vergaderingen om kennis op te doen en informatie van het bestuur te ontvangen. Dit alles is nodig om in 2025 een goed advies te kunnen uitbrengen over de Wtp en het bestuurlijk handelen te beoordelen.

De ondersteuning door het bestuursbureau van PMT en externe adviseurs is cruciaal voor het vo, vooral in de voorbereiding op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. PMT streeft ernaar om op 1 januari 2026 over te gaan naar het nieuwe stelsel, waarbij het vo de besluiten moet beoordelen op evenwichtigheid voor alle deelnemers. Dit staat in 2025 opnieuw voorop.

Hoe komt u in contact met het verantwoordingsorgaan? U kunt ons altijd tijdens gepensioneerden bijeenkomsten aanspreken, maar wij zijn ook via e-mail te bereiken via verantwoordingsorgaan@pmt.nl. Bent u benieuwd naar ons volledige jaarverslag? Ga dan naar onze website.

Marco de Koomen Voorzitter verantwoordingsorgaan PMT

Samenstelling verantwoordingsorgaan PMT

Leden

namens werkgevers

Leden

namens pensioengerechtigden

Leden

namens werknemers en ex-werknemers

Op de agenda van het verantwoordingsorgaan in 2024

Algemeen:

  • Biodiversiteit
  • Renteafdekking
  • Beschermingsrendement
  • (Groene) beleggingen
  • Indexatiebeleid

Wtp:

  • Solidariteitsreserve (vorm, vulling en verdeling)
  • Compensatie afschaffing doorsneesystematiek
  • Risicopreferentieonderzoek (RPO)
  • Risicohouding PMT
  • Evenwichtigheidskader
  • Transitieplan
  • Datakwaliteit
  • Operationele reserve en het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV)

Oordeel bestuurlijk handelen Het verantwoordingsorgaan van PMT beoordeelt jaarlijks het bestuurlijk handelen van het bestuur, inclusief de besluiten en plannen voor de komende jaren. Dit oordeel is gebaseerd op goede en tijdige informatievoorziening vanuit het bestuur. Het vo kan aanvullende vragen stellen en zelf onderwerpen agenderen.

Het vo heeft een proactieve houding richting het bestuur en bespreekt regelmatig onderwerpen en ontwikkelingen die direct raakvlak hebben met de deelnemers. Onderwerpen worden in openheid besproken en vragen worden waar mogelijk direct beantwoord.

Om bepaalde onderwerpen voldoende aandacht te geven en voor te kunnen bereiden voor vergaderingen, heeft het vo werkgroepen ingesteld voor onder meer Pensioenen en Communicatie.

Algemeen oordeel 2024 Het verantwoordingsorgaan van PMT heeft een positief oordeel gegeven over het bestuurlijk handelen in 2024. Het vo waardeert de besluitvaardigheid, resultaatgerichtheid en zorgvuldige besluitvorming van het bestuur, evenals de voortgang van het Wtp-traject. Het risicomanagement wordt als volwassen beschouwd en de samenwerking met PGGM verloopt goed.

Er zijn echter enkele kritische punten en aanbevelingen. De communicatie over de verhoging in 2024 werd als te laat en summier beoordeeld, en binnen het vo zijn de meningen verdeeld over het besluit om in 2025 geen verhoging toe te kennen. Het vo benadrukt het belang van een goede dekkingsgraad bij invaren.

De overgang naar PGGM wordt positief beoordeeld, met lof voor de goede samenwerking en de kwaliteit van de data na de migratie naar het nieuwe IT-systeem. De bescherming van de dekkingsgraad door renteafdekking wordt als logisch beschouwd, hoewel er enkele kanttekeningen zijn geplaatst.

Het vo beveelt aan om na het invaren een nieuw risicopreferentieonderzoek uit te voeren en waardeert het beleid voor verantwoord beleggen, dat passend wordt geacht bij de sector zonder ten koste te gaan van het rendement. De invoering van de uniforme pensioenaangifte (UPA) per 1 januari 2025 wordt verwelkomd.

Het vo blijft bezorgd over de haalbaarheid van de Wtp-planning en adviseert zorgvuldige besluitvorming. Het vo gaat ervan uit dat op redelijk korte termijn na de overgang naar het nieuwe stelsel er sprake zal zijn van een dalend kostenniveau en verwacht dat het bestuur een lange termijn kostenvisie opstelt waarin dit tot uiting komt.

Kosten in 2024 Het verantwoordingsorgaan (vo) van PMT erkent dat de kosten per deelnemer tijdelijk hoger zijn door de overgang van de pensioenadministratie naar PGGM en de voorbereidingen voor de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Ondanks deze tijdelijke verhoging maakt het vo zich zorgen over het kostenniveau en roept het bestuur op om na de invoering van de Wtp samen met PGGM de kosten in verhouding tot het serviceniveau te evalueren. Het vo benadrukt dat kwalitatief goede dienstverlening aan (ex-)deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers voorop staat, maar wel tegen acceptabele kosten. Het verwacht dat de overgang naar PGGM op termijn schaal- en synergievoordelen zal opleveren, wat zal leiden tot lagere kosten per deelnemer. Het vo vindt het belangrijk om inzicht te krijgen in en geïnformeerd te blijven over de kostenontwikkeling van PMT, zowel voor als na de transitie, en verwacht dat het bestuur het vo betrekt bij de stappen die PMT zet.

Indexatie In december 2023 besloot het bestuur van PMT tot een verhoging (indexatie) van 3,2% in het tweede kwartaal van 2024. Vanwege administratief-technische redenen was een ingangsdatum per januari 2024 niet mogelijk. Het verantwoordingsorgaan (vo) pleitte voor snelle, zorgvuldige en duidelijke communicatie over het moment van indexeren en verzocht om indexatie met terugwerkende kracht, wat technisch niet mogelijk bleek. Het vo bekritiseerde de late en summiere communicatie van het bestuur over de definitieve ingangsdatum. Veel deelnemers en pensioengerechtigden verwachtten een ingangsdatum van 1 april 2024, maar dit werd uiteindelijk 1 juni 2024, wat onrust, verwarring en onbegrip veroorzaakte.

Voor 2025 heeft het vo kennisgenomen dat PMT in 2024 geen gebruik heeft gemaakt van het transitie FTK, waardoor een verhoging dit jaar niet mogelijk was. Het bestuur heeft aan het vo toegelicht dat het belang van een zo goed mogelijke dekkingsgraad op het moment van invaren wat zwaarder weegt dan het nu verlenen van toeslag. De meningen hierover zijn binnen het vo verdeeld: een aantal vo-leden deelt deze opvatting, maar er is ook een deel van het vo dat geen begrip heeft voor dit besluit..